De drie steden van het Valle Isarco,
Bressanone, Vipiteno en Chiusa, hebben een lange en veelbewogen geschiedenis. En alle drie hebben ze in de loop der jaren, en eeuwen, een geheel eigen ontwikkeling doorgemaakt.
De
bisschopsstad Bressanone is sterk gevormd door haar meer dan duizendjarige positie als episcopaal centrum. Talrijke bisschoppen hebben ervoor gezorgd dat alle architectonische stromingen sinds de romaanse periode hier hun bouwkundige getuigen hebben achtergelaten. Tegenwoordig is Bressanone met zijn historische kern de grootste stad, en ook het stedelijke centrum van het Valle Isarco.
Vipiteno, dat werd gesticht op de plaats van de Romeinse nederzetting Vipitenum, kende zijn grootste bloeiperiode in de 15de eeuw, toen er in de omliggende dalen zilvermijnen werden geopend. De mijnstad Vipiteno diende als overslagplaats voor kostbare grondstoffen die over de Alpen werden vervoerd. Hierdoor werd Vipiteno ook de vestigingsplaats van grote handelsgeslachten zoals de familie Fugger uit Augsburg. Vipiteno kreeg dan ook de bijnaam “Fuggerstadt”.
Chiusa beleefde zijn bloeiperiode in de 14de eeuw, toen de stad, die op een strategisch belangrijk punt in de Brennerroute lag, het marktrecht kreeg. Het kreeg een tweede bloeiperiode in de 19de eeuw als kunstenaarsstad, nadat bekend was geworden dat Albrecht Dürer er enige tijd had doorgebracht en zijn indrukken ook had vereeuwigd.
Alle drie de steden worden gerekend tot de
mooiste van de hele Alpenregio, en hun oude stadskernen variëren qua stijl tussen de middeleeuwen en de barok. En alle drie bieden ze tal van bezienswaardigheden, historische gebouwen en monumenten. Maar ze staan ook bekend om hun
culinaire aanbod en het zijn
ideale beginpunten voor wandelingen.